Algemeen
Somalische broers weigeren huurwoning in Utrecht: “Woning is nogal basic”

In een recente uitspraak heeft de rechtbank bepaald dat twee Somalische mannen hun verblijf in een asielzoekerscentrum (azc) moeten verlaten, nadat zij een aangeboden woning in de Utrechtse wijk Overvecht hadden geweigerd. De mannen, broers, wilden niet samenwonen in de flat van 60 vierkante meter en gaven de voorkeur aan ieder een eigen woonruimte. Deze zaak belicht de complexiteit van huisvesting voor vergunninghouders en de geldende procedures.
De Woningweigering en het Standpunt van de Gemeente
De rechtbank oordeelde dat het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) ruimschoots aan zijn plicht heeft voldaan door de broers een passende woonplek aan te bieden. De gemeente Utrecht hanteert als beleid dat familieleden, inclusief broers, gezamenlijk worden ondergebracht. Dit beleid is ingegeven door de aanzienlijke schaarste aan beschikbare woningen, wat noopt tot een efficiënte benutting van de beschikbare woonruimte. Om deze reden kregen de Somalische mannen gezamenlijk een flat aangeboden.
Argumenten van de Mannen en Het COA
Tijdens het kort geding, dat twee weken geleden plaatsvond, voerden de broers aan dat zij niet samen wilden leven in de tweekamerflat. Zij stelden dat hun levensstijlen te sterk verschilden en dat dit hun slaap zou verstoren. Eén van hen werkt bij een fastfoodketen en heeft wisselende diensten, terwijl de ander nog naar school gaat en kampt met slaapproblemen. Dit zou ertoe leiden dat de één de ander wakker maakt wanneer hij ’s nachts thuiskomt.
Het COA en de gemeente Utrecht brachten hier tegenin dat de woonkamer eenvoudig kan worden omgevormd tot een tweede slaapkamer, waardoor de broers elk een eigen, afgesloten ruimte zouden hebben, naast de gedeelde keuken en badkamer. Dit zou voldoende privacy en functionaliteit bieden binnen de beschikbare meters.
Onwil tot Acceptatie en de Rol van de Tolk
De woning aan de Kasaidreef is inmiddels aan anderen toegewezen, wat de positie van de broers verder compliceerde. Uit de uitspraak van het kort geding blijkt dat het COA aanzienlijke inspanningen heeft geleverd om de broers te overtuigen van de onverstandigheid van hun weigering. Zij werden herhaaldelijk gewaarschuwd dat zij zelfs hun recht op daklozenopvang zouden kunnen verliezen als zij de woning bleven weigeren. Desondanks hielden de broers vast aan hun eis: “We willen onder geen beding samenwonen.” Deze vasthoudendheid was zodanig dat, volgens het vonnis, “zelfs de tolk er moedeloos van werd.” Het vonnis stelt dat “COA voldoende heeft gedaan om gedaagden te waarschuwen voor de gevolgen van het weigeren van de aangeboden woning.” De broers zijn op diverse data in 2023 en 2025 herhaaldelijk gewezen op de consequenties van hun weigering.
De Juridische en Persoonlijke Aspecten
De broers, nu 20 en 21 jaar oud, kwamen in 2021 als tieners naar Nederland en kregen na het verkrijgen van hun definitieve status de woning in Overvecht aangeboden. Hun raadsman voerde aan dat het om “twee volwassen mannen” gaat en dat samenwonen “geen goed plan” is. Hij stelde: “Ze zijn broers, ze vormen geen gezin. Het zijn nu twintigers, geen kleuters die je samen in een stapelbed legt. Ze willen allebei hun leven opbouwen. De woning was nogal basic.”
Waanzin! Somalische profiteurs weigeren aangeboden huis want “te weinig ruimte voor logees”. Stel een voorbeeld en zet die ondankbaren meteen het land uit!
Somalische asielbroers op straat na weigeren sociale huurwoning, ’Te weinig ruimte voor logees’ https://t.co/xyYaOKFT6e
— Geert Wilders (@geertwilderspvv) June 20, 2025
Gemeenten zijn wettelijk verplicht om huisvesting te realiseren voor vergunninghouders. Binnen twee weken na het verkrijgen van een verblijfsvergunning koppelt het COA de persoon aan een gemeente. De gemeente biedt vervolgens passende huisvesting aan. Deze procedure is eenmalig en dwingend; het aanbod mag niet geweigerd worden. Het COA houdt hierbij zoveel mogelijk rekening met geldende plaatsingsindicaties.
Tijdens de zitting typeerde het COA het aangeboden huis als een “goed woningaanbod”, zeker gezien de huidige woningcrisis. Zij benadrukten dat de broers ook een gedeelde woning met onbekenden hadden kunnen krijgen. Dit aanbod werd gezien als een “aanzienlijke verbetering van hun woonsituatie in het azc.”
Nu de broers in het ongelijk zijn gesteld, dienen zij zelfstandig nieuwe woonruimte te vinden. Dit moet op zeer korte termijn gebeuren, aangezien zij binnen twee weken hun kamer in een Utrechts azc moeten leegmaken en opleveren. Bovendien zijn zij veroordeeld tot het betalen van de proceskosten van het COA, ten bedrage van 2145 euro. Deze uitspraak onderstreept de juridische kaders en de maatschappelijke uitdagingen rondom de huisvesting van vergunninghouders in Nederland.

Algemeen
B&B Vol Liefde-deelnemer plotseling heengegaan
