Connect with us

Algemeen

Nieuwe start met obstakels: Halima ontvangt woning zonder inrichting en zoekt steun

Avatar foto

Published

on

Voor veel mensen is het moment waarop zij de sleutel van hun eerste eigen woning ontvangen een mijlpaal. Voor de 29-jarige Halima, die enkele jaren geleden vanuit Somalië naar Nederland kwam, was het niet anders. Na een lange periode in een opvanglocatie kreeg ze onlangs een appartement toegewezen. Een stap waar ze lang naar had uitgekeken, maar die in de praktijk minder zorgeloos bleek dan gehoopt.

Van opvang naar eigen plek: een droom die werkelijkheid lijkt

Jarenlang verbleef Halima in een asielzoekerscentrum, waar haar dagen werden gevuld met wachten en onzekerheid. De gedeelde woonruimtes boden weinig privacy en het perspectief op een eigen thuis leek soms ver weg.

Toen ze het bericht kreeg dat er een sociale huurwoning beschikbaar was, voelde dat als een nieuw begin. Ze stelde zich voor hoe het zou zijn om eindelijk een plek te hebben waar ze zelf de deur achter zich kon sluiten, waar rust en zelfstandigheid de boventoon zouden voeren.

“Ik keek er zo naar uit,” vertelt Halima. “Een woning is meer dan een dak boven je hoofd. Het is een plek waar je tot rust komt, waar je je veilig voelt, waar je jezelf kunt zijn.”

De realiteit: een lege woning zonder voorzieningen

Bij aankomst in haar nieuwe woning werd die blijdschap echter snel overschaduwd. Wat Halima aantrof, was een compleet lege ruimte: geen vloerbedekking, geen verlichting, geen meubels of andere basisvoorzieningen. De muren vertoonden beschadigingen en de keuken was functioneel, maar minimaal ingericht.

“Ik had verwacht dat het in ieder geval bewoonbaar zou zijn,” zegt Halima. “Maar toen ik binnenkwam, voelde het koud, kaal en onpersoonlijk. Ik wist niet waar ik moest beginnen.”

Financiële beperkingen vormen een uitdaging

Als nieuwkomer met een bescheiden inkomen is het voor Halima een grote uitdaging om haar woning in te richten. Ze ontvangt een uitkering, waarmee ze haar dagelijkse kosten moet dekken. Grote uitgaven, zoals een vloer, meubels of huishoudelijke apparatuur, zijn zonder hulp moeilijk te realiseren.

“Ik zou al blij zijn met een bed, een tafel en een stoel,” legt ze uit. “Maar zelfs dat lukt me op dit moment niet. Ik heb geen familie hier, geen netwerk dat me kan helpen. Alles moet ik zelf regelen.”

Onbegrip over de staat van de woning

Halima had gehoopt dat er vanuit de gemeente of woningcorporatie ondersteuning zou zijn bij het inrichten van haar woning. Volgens haar is het niet logisch dat iemand zonder middelen verantwoordelijk wordt gehouden voor het volledig opknappen van een lege woning.

“Ik begrijp dat ik verantwoordelijk ben voor mijn eigen leven,” zegt ze. “Maar het lijkt me redelijk dat een woning in ieder geval basisvoorzieningen heeft. Een vloer, een lamp, iets waardoor je er meteen kunt verblijven.”

Ze benadrukt dat ze dankbaar is voor de woning, maar dat ze de manier waarop de overdracht plaatsvond als verwarrend en moeilijk ervaart.

Geen uitzondering: een bekend probleem

In gesprekken met andere statushouders ontdekte Halima dat haar situatie allesbehalve uniek is. Veel nieuwkomers krijgen een woning zonder inrichting en zonder directe ondersteuning. Hoewel er in sommige gemeenten regelingen bestaan voor eenmalige tegemoetkomingen, is dat lang niet overal het geval.

Via contacten in haar omgeving kwam Halima in aanraking met enkele organisaties die ondersteuning bieden. Denk aan lokale initiatieven waar tweedehands meubels beschikbaar worden gesteld, of stichtingen die helpen met vloerbedekking en lampen.

“Dat gaf me hoop,” vertelt ze. “Ik ben nu op zoek naar hulp en probeer via via spullen te regelen. Maar het kost veel tijd en energie.”

Gemeentelijke verschillen in ondersteuning

De mate van ondersteuning bij het huisvesten van statushouders verschilt per gemeente. Sommige gemeenten bieden een zogeheten inrichtingsbudget of verwijzen actief door naar hulporganisaties. Andere laten het grotendeels over aan de nieuwe bewoners zelf.

Volgens Halima zou een eenduidiger beleid kunnen bijdragen aan een betere start voor mensen zoals zij. “Als je mensen een woning geeft, geef ze dan ook de kans om het echt hun thuis te maken. Dat hoeft geen luxe te zijn. Alleen iets eenvoudigs om op te kunnen bouwen.”

Mentale impact van een lege woning

Naast de praktische zorgen, heeft de situatie ook effect op Halima’s gemoedstoestand. Waar ze gehoopt had op een warme start, ervaart ze nu vooral stress. “Je kijkt naar de lege ruimte en denkt: hoe ga ik dit voor elkaar krijgen? Dat gevoel kan best zwaar zijn.”

Toch weigert ze bij de pakken neer te zitten. Ze is vastbesloten om er het beste van te maken, stap voor stap. “Ik ben al zover gekomen. Ik laat me hier niet door tegenhouden.”

Hoopvolle signalen en eerste stappen

Dankzij tips van anderen heeft Halima inmiddels contact gelegd met een lokale stichting die tweedehands meubels inzamelt voor mensen in nood. Binnenkort wordt ze uitgenodigd om een paar basisstukken uit te kiezen.

Ook onderzoekt ze of ze in aanmerking komt voor een tegemoetkoming vanuit de gemeente, waarmee ze in ieder geval een vloer en verlichting kan realiseren. “Het gaat langzaam, maar ik heb weer een beetje perspectief. Dat helpt enorm.”

Een breder maatschappelijk vraagstuk

Halima’s ervaring laat zien dat huisvesting voor statushouders niet alleen draait om het aanbieden van vier muren en een dak. Een woning krijgt pas betekenis als het ook functioneel en leefbaar is.

De vraag rijst of er binnen het Nederlandse systeem meer aandacht moet komen voor de eerste fase na plaatsing. Een klein duwtje in de rug kan volgens betrokken organisaties een groot verschil maken in hoe iemand zich ontwikkelt in zijn of haar nieuwe omgeving.

Wat kan beter?

Volgens maatschappelijke organisaties is het wenselijk dat gemeenten structureel samenwerken met lokale initiatieven om nieuwkomers te ondersteunen. Denk aan:

  • Toegankelijke informatie over waar hulp te vinden is

  • Eenmalige financiële ondersteuning voor inrichting

  • Samenwerking met kringloopwinkels en stichtingen

  • Mentoren of vrijwilligers die kunnen helpen bij de eerste stappen

Voor Halima zouden dergelijke stappen een wereld van verschil maken.

Een begin met obstakels, maar ook met hoop

Ondanks de uitdagingen blijft Halima positief. Ze heeft een dak boven haar hoofd, ze woont zelfstandig en ze bouwt langzaam een netwerk op. “Het is niet makkelijk,” zegt ze. “Maar ik voel me wel sterker dan ooit. Ik weet dat het tijd kost, maar uiteindelijk maak ik van dit huis een thuis.”

Haar verhaal onderstreept het belang van praktische én mentale ondersteuning bij het starten van een nieuw leven. Voor mensen als Halima is een woning meer dan een plek om te wonen — het is het startpunt van een nieuwe toekomst.

Algemeen

Stel ontevreden over metamorfose in SBS6-programma VTwonen: “Verschrikkelijk”

Avatar foto

Published

on

Tijdens de nieuwste aflevering van VTwonen: Weer verliefd op je huis ontstond zondagavond een opmerkelijke situatie. Het deelnemende stel Denise en René uit Hoofddorp reageerde allesbehalve enthousiast op hun vernieuwde woning. Wat normaal gesproken een moment van ontroering en blijdschap is, veranderde dit keer in een kritische evaluatie van de make-over.

Een frisse start die anders uitpakte

Het populaire woonprogramma op SBS6 staat bekend om zijn sfeervolle metamorfoses, waarbij stylistes en ontwerpers verouderde interieurs omtoveren tot moderne, stijlvolle leefruimtes. Dit keer kreeg styliste Fietje Bruijn de opdracht om de woning van Denise en René nieuw leven in te blazen. Hun keuken en woonkamer moesten een warme, eigentijdse uitstraling krijgen.

Bruijn dacht een gezellige en uitnodigende sfeer te hebben gecreëerd, met zachte tinten en natuurlijke materialen. Toch bleek het resultaat niet in de smaak te vallen bij de bewoners. Nog voor het stel het huis betrad, liet René al doorschemeren dat hij gespannen was over wat hij te zien zou krijgen. Hij vertelde dat het moeilijker was dan verwacht om de volledige controle over de inrichting uit handen te geven.

(Instagram vtwonen)

Teleurstelling bij het betreden van de woonkamer

Zodra René de vernieuwde woonkamer zag, was zijn reactie duidelijk. Hij liet meteen merken dat hij niet tevreden was met de nieuwe inrichting. De opvallende wandafwerking en de plaatsing van de meubels vielen bij hem niet in goede aarde. „Die kan er weer uit binnenkort,” zei hij resoluut. „Er stond een prachtige trap in mijn kamer, en nu is het een blok hout geworden. Ik vind het echt niet mooi.”

Presentator Kees Tol, die het programma al jaren met enthousiasme begeleidt, probeerde de sfeer wat te kalmeren. Hij vroeg René even rustig te gaan zitten en zijn mening op een andere manier te verwoorden. René antwoordde daarop dat hij niet boos was, maar het resultaat simpelweg niet bij hem vond passen. „De bank is veel te donker en staat voor het raam. Dat vind ik niet prettig. Als ik dit had gewild, had ik het zelf zo ingericht,” aldus René.

Gedeelde mening, maar ook lichtpuntjes

Zijn vrouw Denise was iets milder in haar oordeel. Zij vond het interieur „wel wat roze”, maar kon ook positieve punten benoemen. Zo was ze blij dat de oorspronkelijke vloer behouden was gebleven en dat de keuken een mooie nieuwe uitstraling had gekregen. „Daar zijn we heel blij mee,” voegde ze toe. René gaf toe dat de keuken inderdaad goed gelukt was, maar benadrukte dat hij de woonkamer als te druk en benauwd ervoer.

Reactie van het team van VTwonen

De onverwachte reactie zorgde voor verrassing bij de makers van het programma. Presentator Kees Tol liet weten dat het team altijd hoopt dat deelnemers blij zijn met het resultaat, maar dat smaken nu eenmaal kunnen verschillen. „Het liefst zien wij bewoners die enthousiast zijn, maar het kan natuurlijk gebeuren dat iemand minder tevreden is,” verklaarde hij.

Ook styliste Fietje Bruijn reageerde op de kritiek van het stel. Ze gaf aan dat ze zich had ingespannen om zoveel mogelijk rekening te houden met hun wensen, maar dat ze als ontwerper ook haar eigen visie heeft. „Ik probeer altijd een goede balans te vinden tussen stijl en persoonlijkheid. Het verbaast me een beetje dat ze zo negatief reageren, maar smaken verschillen nu eenmaal,” aldus Bruijn.

 

Dit bericht op Instagram bekijken

 

Een bericht gedeeld door vtwonen (@vtwonen)

Over het programma VTwonen: Weer verliefd op je huis

Het woonprogramma is al jaren een vast onderdeel van de Nederlandse televisie. In iedere aflevering helpt een team van stylisten en ontwerpers bewoners die niet meer tevreden zijn met hun interieur. Door middel van een volledige metamorfose proberen ze ervoor te zorgen dat mensen opnieuw genieten van hun huis.

De reacties van deelnemers zijn meestal positief en emotioneel, wat het programma populair maakt bij een breed publiek. De aflevering met Denise en René laat echter zien dat niet elke make-over in de smaak valt. Toch benadrukken de makers dat authenticiteit en eerlijkheid belangrijk blijven, ook als dat betekent dat niet iedereen enthousiast reageert.

Een aflevering die stof tot praten geeft

De uitzending uit Hoofddorp zal ongetwijfeld worden herinnerd als een van de meest besproken afleveringen van het seizoen. Het toont aan dat smaak persoonlijk is en dat zelfs de meest ervaren stylisten niet altijd ieders voorkeur kunnen treffen.

Ondanks de teleurstelling van Denise en René blijft VTwonen: Weer verliefd op je huis een van de best bekeken woonprogramma’s van Nederland, dankzij de combinatie van inspiratie, vakmanschap en herkenbare emoties. De aflevering bewijst dat televisie, juist door onverwachte reacties, interessant en levensecht blijft.

Continue Reading