Algemeen
Flinke Boete voor mensen die niet thuis zijn bij bezorgen pakketje!

Een financiële prikkel kan helpen om verantwoordelijker om te gaan met bezorgmomenten, stelt Pieter Van den Broecke van Manhattan Associates. Volgens hem zou een boete voor consumenten die niet thuis zijn bij de levering van hun pakketje een effectieve maatregel kunnen zijn. “Zo’n maatregel dwingt consumenten om bewuster na te denken over waar en wanneer zij hun pakket willen ontvangen. De druk op de pakketbezorging blijft immers toenemen.”
Probleem van mislukte bezorgpogingen
Webwinkels en hun vervoerders hebben al jaren te maken met de uitdaging om pakketjes efficiënt bij consumenten te krijgen. Door de explosieve groei van online winkelen zijn de aantallen leveringen en retouren enorm gestegen. Hier komt nog bij dat pakketbezorgers vaak voor een dichte deur staan, wat leidt tot onnodige extra bezorgritten. Dit is niet alleen inefficiënt en tijdrovend, maar heeft ook negatieve gevolgen voor de werkdruk van bezorgers en het milieu.
Financiële prikkel als oplossing
Pakketbezorgers rijden dagelijks duizenden extra kilometers omdat ontvangers niet thuis zijn op het moment van bezorging. Dit verhoogt niet alleen de werkdruk voor bezorgdiensten, maar heeft ook een aanzienlijke impact op de CO2-uitstoot. Van den Broecke is van mening dat een financiële prikkel kan helpen om consumenten bewuster te laten kiezen voor geschikte bezorgmomenten. “Een boete voor gemiste bezorgingen moedigt consumenten aan om een goed moment te selecteren voor de ontvangst van hun pakket, of om een pakketpunt of winkel als afleveradres te kiezen.”
Een dergelijke maatregel zou volgens hem kunnen leiden tot minder verspilde bezorgpogingen en efficiëntere routes voor bezorgdiensten. Hierdoor zouden bedrijven minder kosten maken en zou de bezorgervaring voor consumenten verbeteren.
Verantwoordelijkheid bij webwinkels en vervoerders
Toch ligt de verantwoordelijkheid volgens Van den Broecke niet alleen bij de consument. Webwinkels en vervoerders moeten ook meer flexibiliteit bieden bij het kiezen en wijzigen van bezorgmomenten. “Vaak kunnen klanten slechts een bezorgdag selecteren, maar ontbreekt de optie voor een specifiek dagdeel of tijdslot. Ook is het na bestelling niet altijd mogelijk om het aflevermoment aan te passen.”
Volgens hem kunnen webshops en logistieke bedrijven betere systemen implementeren waarbij consumenten na aankoop nog de mogelijkheid krijgen om hun bezorgvoorkeuren te wijzigen. Dit zou kunnen via e-mails, sms-meldingen of selfservice-apps waarin klanten eenvoudig een nieuwe bezorgtijd kunnen kiezen.
De rol van technologie en selfservice-apps
Een oplossing voor onverwachte wijzigingen in de beschikbaarheid van consumenten zou een selfservice-app kunnen zijn. Van den Broecke stelt voor dat klanten via een app hun bezorgmoment kunnen aanpassen als ze merken dat ze niet thuis kunnen zijn. Dit zou niet alleen gemiste bezorgingen verminderen, maar ook de klanttevredenheid vergroten.
“In zo’n app moet het mogelijk zijn om het bezorgmoment te verplaatsen naar een ander tijdslot of naar een andere dag, of om alsnog te kiezen voor een pakketpunt of de winkel als bezorglocatie”, zegt Van den Broecke.

A person wearing an orange T-shirt is delivering parcels to a satisfied client. Friendly worker, high quality delivery service.
Kritiek op het idee van een boete
Hoewel het idee van een boete een manier kan zijn om het aantal mislukte bezorgpogingen te verminderen, is het niet zonder kritiek. Consumentenorganisaties vrezen dat zo’n maatregel vooral nadelig is voor consumenten met onregelmatige werktijden of die door omstandigheden niet in staat zijn om hun pakket in ontvangst te nemen.
Daarnaast zijn er al bestaande maatregelen om dit probleem te verminderen, zoals de mogelijkheid om pakketten bij buren af te leveren, gebruik te maken van pakketkluizen of om voor een afhaalpunt te kiezen. Het verplicht stellen van een boete zou dan als extra belasting voor de consument kunnen worden gezien.
Verder is er de vraag in hoeverre zo’n boete juridisch en praktisch haalbaar is. Webshops en bezorgdiensten werken vaak met verschillende contracten en voorwaarden, waardoor het invoeren van een algemene boete ingewikkeld kan zijn. Bovendien zou het voor klanten negatief kunnen uitpakken als ze bijvoorbeeld door overmacht, zoals ziekte of onvoorziene omstandigheden, niet thuis kunnen zijn.
Alternatieve oplossingen
In plaats van een boete zouden er andere maatregelen genomen kunnen worden om bezorging efficiënter te laten verlopen. Zo zou een dynamisch systeem waarin consumenten kort voor bezorging hun beschikbaarheid kunnen bevestigen of wijzigen een stap in de goede richting kunnen zijn.
Daarnaast kunnen webshops consumenten beter informeren over hun bezorgopties. Door duidelijk te maken welke gevolgen een gemiste bezorging heeft en hoe ze het beste hun pakket kunnen ontvangen, kunnen veel misverstanden en onnodige ritten worden voorkomen.
Ook de uitbreiding van bezorgopties zoals avondleveringen en bezorging op zondag zou kunnen bijdragen aan een oplossing. Op die manier kunnen consumenten een bezorgmoment kiezen dat beter bij hun planning past, waardoor de kans op mislukte bezorgpogingen afneemt.
Conclusie
Het voorstel van Pieter Van den Broecke om een boete in te voeren voor consumenten die niet thuis zijn bij pakketbezorging heeft als doel om efficiënter om te gaan met bezorgmomenten en de impact op het milieu te verminderen. Volgens hem kan een financiële prikkel consumenten stimuleren om bewuster te kiezen voor een geschikt bezorgmoment of een alternatieve afleverlocatie.
Tegelijkertijd ligt de verantwoordelijkheid niet alleen bij de consument. Webshops en vervoerders kunnen ook meer flexibiliteit bieden door betere bezorgopties aan te bieden en consumenten in staat te stellen om hun bezorgmomenten eenvoudig te wijzigen. Daarnaast zou een selfservice-app waarmee klanten last-minute aanpassingen kunnen doen een goede oplossing kunnen zijn.
Toch roept het idee van een boete veel discussie op. Consumentenorganisaties vrezen dat het oneerlijk uitpakt voor mensen die door onvoorziene omstandigheden hun pakket niet in ontvangst kunnen nemen. Bovendien bestaan er al alternatieve methoden om bezorging efficiënter te maken, zoals pakketkluizen, afhaalpunten en betere communicatie vanuit webwinkels.
Het blijft dan ook de vraag of een boete daadwerkelijk de beste oplossing is, of dat er andere maatregelen nodig zijn om het logistieke proces te optimaliseren zonder extra lasten voor de consument. Het debat over de toekomst van pakketbezorging en hoe deze duurzamer en efficiënter kan verlopen, zal ongetwijfeld nog verder worden gevoerd.

Algemeen
Alle Nederlanders hebben teveel PFAS in hun bloed: wat zijn de gevolgen voor de gezondheid

Iedereen in Nederland heeft ermee te maken: de aanwezigheid van PFAS in het bloed. Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) heeft dit recent bevestigd na uitgebreid onderzoek naar bloedmonsters uit het hele land. Wat zijn deze stoffen precies, hoe komen ze in ons lichaam terecht en wat betekent dit voor onze gezondheid? Dit artikel geeft antwoord op deze vragen en zet de feiten helder op een rij.
Wat zijn PFAS precies?
PFAS is een verzamelnaam voor duizenden chemische stoffen die sinds de vorige eeuw op grote schaal worden gebruikt. De afkorting staat voor Poly- en PerFluorAlkylStoffen. PFAS maken materialen water-, vet- en vuilafstotend. Daarom vind je PFAS in allerlei producten: van pannen met een antiaanbaklaag tot waterafstotende jassen en bepaalde soorten cosmetica. Het was ooit een ‘wondermiddel’ vanwege deze handige eigenschappen.
PFAS verdwijnen nauwelijks uit het milieu
Een groot probleem is dat PFAS bijna niet afbreken. Ze blijven heel lang in de natuur aanwezig en stapelen zich op in bodem, water en uiteindelijk ook in ons lichaam. Dit maakt PFAS tot een zogenoemde ‘persistente’ stof. Omdat de stoffen zo langzaam afbreken, kan de hoeveelheid in ons lichaam langzaam oplopen als we steeds opnieuw worden blootgesteld.
Onderzoek: iedereen in Nederland heeft PFAS in het bloed
Het RIVM onderzocht 1500 bloedmonsters die tussen 2016 en 2017 zijn afgenomen in heel Nederland. Uit de analyses bleek dat vrijwel iedereen PFAS in het bloed heeft. In bijna alle monsters werden minimaal zeven verschillende soorten PFAS aangetroffen. PFOS en PFOA zijn de meest voorkomende varianten. Vooral deze stoffen roepen zorgen op, omdat ze in verband worden gebracht met mogelijke gezondheidsrisico’s.
Bijzonder is dat het RIVM ook specifiek keek naar regio’s in de buurt van fabrieken die met PFAS hebben gewerkt. Inwoners rond Dordrecht hadden bijvoorbeeld meer PFOA in het bloed. Bij de Westerschelde bleek de concentratie PFOS hoger dan gemiddeld in Nederland. Dit laat zien dat nabijheid van industrie een rol speelt.
Hoe komen PFAS in het lichaam terecht?
Er zijn verschillende manieren waarop mensen PFAS binnenkrijgen. De belangrijkste routes zijn voedsel, drinkwater en direct contact met producten die PFAS bevatten.
-
Voedsel: Via vis, schaal- en schelpdieren, vlees en eieren kunnen PFAS ons lichaam binnenkomen. Vooral in gebieden rondom vervuilde wateren kan dit een groot aandeel leveren.
-
Drinkwater: Ook drinkwater kan PFAS bevatten, al voldoen de meeste Nederlandse waterbedrijven aan strenge normen.
-
Producten: Veel huishoudelijke producten zoals pannen met antiaanbaklagen, regenjassen, schoenen en cosmetica bevatten PFAS. Bij slijtage of verhitting kunnen kleine deeltjes vrijkomen.
Het Voedingscentrum adviseert daarom om gevarieerd te eten en niet te vaak producten uit één specifieke regio te consumeren, vooral in gebieden waar verhoogde concentraties zijn gemeten.
Wat zijn de mogelijke gezondheidseffecten?
Dat PFAS bij iedereen in het bloed voorkomen, betekent niet dat mensen direct ziek worden. Wel kunnen ze effect hebben, zeker bij langdurige blootstelling. Volgens het RIVM kan een hoge concentratie PFAS invloed hebben op het immuunsysteem. Zo kan de weerstand verminderen, waardoor het lichaam minder goed in staat is om infecties te bestrijden.
Andere wetenschappelijke studies koppelen langdurige blootstelling aan mogelijke effecten op de hormoonhuishouding, de vruchtbaarheid en een licht verhoogd risico op sommige vormen van kanker. De risico’s hangen sterk af van de hoeveelheid PFAS in het lichaam, hoe lang iemand eraan blootstaat en de persoonlijke gezondheidssituatie.
Wat zegt het RIVM over de norm?
Voor PFAS is een gezondheidskundige grenswaarde vastgesteld. Dit is een richtlijn voor een hoeveelheid die als veilig wordt beschouwd. Het RIVM constateert nu dat de concentraties in het bloed bij de meeste mensen in Nederland hoger liggen dan deze grenswaarde. Dit is een signaal dat er structureel te veel PFAS binnenkomen.
Belangrijk om te weten is dat de grenswaarde geen harde scheidslijn is. Boven deze waarde neemt het risico op gezondheidseffecten toe, maar dit betekent niet dat mensen direct ziek worden.
Waarom verdwijnen PFAS niet vanzelf?
Een groot probleem is dat PFAS bijna niet afbreken. De stoffen kunnen zich jarenlang in het milieu ophopen en zo ook in ons lichaam. PFAS worden wel langzaam afgebroken en uitgescheiden, maar dit proces duurt jaren. Daarom is het belangrijk om de blootstelling zoveel mogelijk te beperken.
Om de hoeveelheid PFAS in het lichaam omlaag te brengen, is het nodig dat mensen minder binnenkrijgen. Dat vraagt om maatregelen vanuit overheden en bedrijven, maar ook om bewustere keuzes van consumenten.