Algemeen
Toen de zomer nog naar chloor rook: de verdwenen buitenbaden van Nederland

Er was een tijd waarin je op warme dagen alleen maar je handdoek hoefde te grijpen, een broodje pindakaas mee te nemen en richting het buitenbad te fietsen. Voor veel Nederlanders van vroeger stond de zomer gelijk aan lange middagen op het grasveld, afgewisseld met frisse duiken in het heldere water van het lokale openluchtzwembad. Buitenbaden waren decennialang het hart van zomerse ontspanning en gemeenschapszin.
De bloeiperiode van het buitenbad
In de eerste helft van de 20e eeuw schoten buitenbaden als paddenstoelen uit de grond. Gemeenten investeerden volop in openbare zwembaden, die niet alleen dienden voor recreatie, maar ook voor hygiëne, sport en sociale cohesie. Van de jaren 1920 tot diep in de jaren 60 werd het buitenzwembad gezien als een publieke voorziening die in elk dorp of stadswijk thuishoorde.
De baden waren vaak eenvoudig maar functioneel: een ondiep kinderbad, een diep bassin met springplank en duikplank, kleedhokjes van hout en een uitgestrekt grasveld om op te zonnen. Muziek klonk zacht uit luidsprekers, en wie geluk had, kon bij de kiosk een raketijsje of zakje zoute drop kopen. Voor veel kinderen was het de ideale plek om zwemlessen te volgen, en voor jongeren een locatie om de eerste verliefdheden te beleven.
Een plek vol herinneringen
Veel mensen koesteren nog warme herinneringen aan deze tijd. Het buitenbad was een plek waar generaties samenkwamen. Grootouders namen hun kleinkinderen mee, tieners sprongen hand in hand in het diepe en vriendengroepen verzamelden zich bij het hek zodra het bad open ging.
Voor veel Nederlanders is het buitenbad onlosmakelijk verbonden met jeugdherinneringen. De geur van zonnebrandcrème, het geluid van spetterend water en het gevoel van warme tegels onder blote voeten roepen onmiddellijk beelden op van eindeloze zomervakanties en zorgeloze dagen.
De langzame verdwijning van een traditie
Vanaf de jaren zeventig begon het aantal buitenbaden langzaam af te nemen. Er kwamen steeds meer overdekte zwembaden, die minder afhankelijk waren van het weer en jaarrond gebruikt konden worden. Tegelijkertijd veranderde het recreatiegedrag van veel mensen: men ging vaker op vakantie, bezocht pretparken of koos voor alternatieve vrijetijdsbesteding.
Daarnaast speelden ook kosten een rol. Het onderhoud van een buitenbad is intensief. Verwarming, schoonmaak, personeel en waterbeheer zijn kostbaar, zeker wanneer het aantal bezoekers daalt door koelere zomers of een korter zwemseizoen. Veel gemeenten moesten keuzes maken en kozen voor compacte, overdekte voorzieningen met lagere exploitatiekosten.
Van badkleding naar herinnering: gesloten buitenbaden
Door het hele land verdwenen iconische baden. Zwembaden als De Wilgenhoek in Zuidoostbeemster, het Twentebad in Hengelo of het openluchtbad in Ede zijn slechts enkele voorbeelden van locaties die hun poorten sloten. In sommige gevallen werden ze vervangen door moderne sportcomplexen, in andere gevallen verdween het zwembad voorgoed en werd de plek herbestemd.
Toch leven deze baden voort in verhalen en fotoalbums. Oudere generaties vertellen met glinstering in hun ogen over zomers waarin alles leek te draaien om waterpret, zon en vriendschap. De sfeer, de eenvoud en het ongedwongen karakter van die tijd hebben een vaste plek in het collectieve geheugen gekregen.
Een handvol overgebleven parels
Gelukkig zijn er nog altijd buitenbaden die fier overeind staan. In steden als Amsterdam, Groningen en Deventer blijven openluchtzwembaden een geliefd zomers uitje. Het Flevoparkbad in Amsterdam, het Sportfondsenbad in Nijmegen en het Openluchtbad Zwolle trekken elk jaar duizenden bezoekers zodra de zon zich laat zien.
Deze baden combineren het nostalgische karakter met moderne voorzieningen. Denk aan schone kleedkamers, zonneweiden, horeca en zwemactiviteiten voor jong en oud. De liefde voor het buitenzwemmen is er nog steeds, en deze locaties bewijzen dat er wel degelijk ruimte is voor traditie in een moderne tijd.
De herwaardering van het buitenbad
In de afgelopen jaren is er meer aandacht gekomen voor de culturele en sociale waarde van buitenbaden. Gemeenten, erfgoedorganisaties en bewoners zetten zich in voor het behoud van deze unieke plekken. Sommige baden worden zelfs aangemerkt als monument vanwege hun architectuur en historische betekenis.
Daarnaast groeit de interesse in buitenzwemmen als bewuste keuze voor gezondheid, natuur en gemeenschapsgevoel. Zeker in de lente en zomer is het buitenbad een plek waar jong en oud samenkomen, waar kinderen leren zwemmen, volwassenen tot rust komen en buren elkaar ontmoeten.
Conclusie: een sprong in het verleden én de toekomst
Hoewel veel buitenbaden verdwenen zijn, leeft hun geest voort in herinneringen, verhalen en de weinige locaties die nog in gebruik zijn. Ze herinneren ons aan een tijd waarin eenvoud en samenzijn centraal stonden, en waarin een dag bij het zwembad meer was dan alleen zwemmen: het was beleven, verbinden en genieten.
Met een hernieuwde waardering voor lokale recreatie, erfgoed en samenzijn lijkt het buitenbad langzaam maar zeker weer terrein te winnen. En wie weet… misschien grijpen we binnenkort weer massaal naar onze handdoek en fiets, op zoek naar die vertrouwde geur van chloor en warme zon op onze huid.

Algemeen
B&B Vol Liefde-kijkers in shock door Illya’s opmerkingen
